Alfabetisch Bijbels [ingekort] register van de letter O

 

Obadjadienaar van de Heer 1 Kon. 18:3 – hofmaarschalk van koning Achab, die 100 profeten laat onderduiken; stamt af van David, vader van Sekanja; Het Bijbelboek Obadja kent 21 verzen en hij gaf een ernstige toespraak tot de mensen van Edom;

Obed – betekent knecht – Ruth. 4:17 – zoon van Boaz en Ruth, vader van Isaï; Obed was de grootvader van David;

Oded – vader van de profeet Azarja [2 Kron. 15]

Octavianus Augustus – dit was de keizer Augustus ten tijde van Jezus, broer van Cyrenius en Cornelius;

Offers voor de Heer? - Dit is een lering voor ieder, die dit horen of zelf lezen zal, want op deze wijze kan men alles van Mij verlangen. Wie alles aan Mij offert, die offer Ik ook alles; wie echter gul offert, maar daarbij toch nog veel voor zichzelf behoudt, die ontvangt slechts dat terug, wat hij geofferd heeft. GJE2-44 [34]

Wie de Heer geheel offert, zal dat nooit verliezen, maar dat zal gevuld worden met de grootste zegen. Hij zal het terugkrijgen op een moment waarop hij het wel op zijn minst verwacht. Offers brengen God geen voldoening - Brand­offers, noch het bloed van dieren, net zo min als meel, olie of tarwe, geven geen God voldoening! Als je werkelijk iets te missen hebt, geeft dat dan aan hen, die naakt zijn, die hongeren of dorst hebben; dat zal dan voor God een echt offer zijn! [Opmerking: er is dus een verschil in het ‘opofferen van iets’, wat hetzelfde is als iets te ‘offeren’.] - Jozef zei tegen het Kindje Jezus: ‘Maar het blijft toch maar een feit dat God, jou en ons aller Vader, die offerwet Zelf heeft uit­gevaardigd, en dat Hij ons, Zijn kinderen, bevolen heeft om die wet ook te onderhouden! Zeg eens, mijn zoontje, heb Jij, alhoewel Je van goddelij­ke, heilige en wondere afkomst bent, wel het recht om wetten op te heffen van Je grote Vader, die van alle eeuwigheid in de hemel woont?' Het Kindje antwoordde: ‘Jozef, als Ik u zeggen zou Wie Ik ben, dan zoudt u Mij toch niet geloven, omdat u nu eenmaal in Mij slechts een mensenkind kunt zien! Niettemin zeg Ik u: Waar Ik ben, daar is ook de Vader, en waar Ik niet ben, daar is ook de Vader niet! Als Ik dus nu hier ben en niet in de Tempel, hoe zou dan de Vader wel in de Tempel kunnen zijn? Begrijpt u dit? Waar de liefde van de Vader is, dáár is ook Zijn hart; die liefde van de Vader nu, Die is in Mij, dat betekent dus, dat ook Zijn Hart in Mij is! Niemand draagt zijn hart buiten zichzelf, dat doet ook de Vader niet: waar Zijn Hart is, daar is Hijzelf! Kunt u dit begrij­pen?' (bron: jeugd van Jezus, hfdst.89)

Olijfberg – De Olijfberg is een bergrug ten oosten van het toenmalige Jeruzalem. Tussen de berg en de srad ligt het Kedrondal.  De olijfberg zal voor Zijn majesteit in tweeën scheuren. [Zacharias 14:3]  Deze is 804 meter hoog en ligt ten Noord Oosten van Jeruzalem, precies aan de overkant van de Kidron-vallei. De top van deze berg is slechts 54 meter hoger dan de hoogte van Jeruzalem (750 meter). De profeten Haggaï, Zacharias en Maleachie zijn daar begraven. Ook is de Heer van daar opgestegen ten hemel. De Olijfberg ligt buiten Jeruzalem en strekt zich bijna uit tot het voormalige Bethanië. Daar, waar de Heer is opgestegen, moet dus gelegen zijn op de plek van de Olijfberg tussen Jeruzalem en Bethanië. Aan de voet van de berg ligt het hof van Gethsemane. Als Adam en Eva uit het paradijs verdreven waren hadden zij daar in een van de grotten getreurd. Het was een woeste plek. Gethsemane is een half uur van de plek van het avondmaal. [Opmerking: het toenmalige paradijs heeft gelegen in de streek van Bethlehem! Volgens de beschrijvingen van jakob Lorber]

Ondergeschikten - Heb uw ondergeschikten lief alsof het uw eigen lijfelijke broeders zouden zijn en behandel ze niet te hard, dan zult u Mij daarmee het meest belonen, zei Jezus. bron: GJE2-105

Onesimus – de slaaf, liep bij zijn heer vandaan. Paulus ontmoette hem en O. bekeerde zich. Hij ging naar zijn heer Philemon terug met een brief van Paulus. Zoals Paulus had verwacht, liet Philemon O. vrij.

Onesiphorus – uit Epheze – hij was een trouwe vriend van Paulus; dit blijkt uit Paulus’ brief  aan 2 Timotheus 1:16, waarin hij hier vol vreugde over vertelt.

Ongewassen handen - Wat de mond ingaat verontreinigt de mens niet, maar wat de mond verlaat, verontreinigt de mens. (Matth. 15:11) Met ongewassen handen brood eten, verontreinigt geen mens. Dit zeg Ik u allen en daarmee hef Ik voor eeuwig die door mensen gemaak­te bepaling op!" ‑ Toen begon al het volk te juichen en Mij te prijzen. Alle planten, die Mijn hemelse vader niet heeft geplant, worden uitgeroeid. (Matth. 15:13) Laat hen gaan! Het zijn blinde leiders van blinden. Maar als een blinde een blinde leidt, vallen beiden zeker in een greppel! (Matth. 15:14) Zij kunnen zich ergeren zoveel ze maar willen, want hun vader is een andere dan de onze. Onze vader is boven ‑en de hunne beneden" bron: GJE2-125

Ongewisse - Iedere leugen komt voort uit het kwade en veroorzaakt weer kwaad. Iemand opzettelijk in het ongewisse laten, is hetzelfde als tegen iemand liegen! bron: GJE2-78

Ongezuurd brood - Op het paasfeest dankte men de Heer voor de eerste oogts van het jaar, dat volgens de wet ongezuurd was. Niemand in het land mocht 200 jaar geleden een gezuurd brood eten. Dit mocht pas plaatsvinden als het pasgeoogste graan tot meel gemalen kon worden, dus niet in de tijd waarophet graan gezaaid werd. (GJE 1-12-8)

Onrein - We moeten onze harten zo veel mogelijk vrijhouden van iedere onzuiverheid, opdat de Heer niet van ons weggaat als wij Hem zien; want met een onrein hart kan men God niet naderen en niet in geest en waarheid Zijn aangezicht en de volheid van de wonderen van Zijn werken niet zien.  (GJE 1-45-4)

Onthullingen - eens zullen namelijk ieders werk onthuld worden!' [Jeugd van Jezus 182-22]

Ontroerende Jezus - Soms kon Jezus erg ontroert reageren, zoals ook bij de uitroep van een vrouw. Het kostte de Heer enige tranen van ontroering, zodat Hij Zich van haar moest afwenden. bron: GJE2-68

Ontrouw - De hele wereld is nu in duisternis gehuld en lijdt schade door de satan. Een hardvochtig hart zal geen zachte vrucht geven en een ontrouw hart zal zich nooit kunnen beheersen, en de toorn zal het vuur zijn, dat nooit uit zal gaan. Wees voor dat alles dus op je hoede en wordt in alles rechtvaardig volgens de wet der liefde. bron: GJE1-197

Ontucht - wie ontucht en hoererij pleegt, die is heel ziek in zijn ziel! Want door deze zonde wordt het hart van de mens van dag tot dag steeds harder, gevoellozer en onbarmhartiger tegen de naaste en het houdt op het laatst alleen nog maar van zichzelf en het onderwerp, waarmee het geilen kan, maar niet om het onderwerp zelf, maar vanwege het geilen. Zo'n hart ontvlucht dan het woord van God dat hem af wil brengen van zijn slechte verlangen, en wordt tenslotte zelfs een vijand van degenen, die het woord van God in hun hart bewaren en daarnaar leven. Velen van jullie lijden aan deze ziekte en Ik ben daarom weer naar jullie gekomen, om je van deze kwade en dodelijke ziekte te genezen. Wie van jullie weet dat hij aan deze kwade ziekte lijdt, Iaat die zich aan Mij toevertrouwen en Ik zal hem genezen!' GJE1-86 [3]

Geestelijke ontwikkelingsstadia - De drie ontwikkelingsstadia voor de geest zijn ten eerste beheersing van de seksualiteit, ten tweede de reiniging van de ziel door werken der liefde en tenslotte de opwekking van de geest uit het graf van het gericht. (GJE 1-10-17)

Onveranderlijke God - De Heer van Hemelen en Aarden is nog voortdurend onveranderlijk Dezelfde en ik zeg je: Dezelfde Die Hij van eeuwigheid dat was. Hij is lankmoedig, vol geduld en laat het volk nooit helemaal zonder leraren en tekenen van boven; maar wee het volk, als het geduld van de Heer op is! Als Hij eenmaal met de grote tuchtroede zwaait, dan houdt Hij ook niet op, voordat iedereen die deel uitmaakt van het volk door en door geslagen is.  bron: GJE1-77

Onvruchtbaar- en vruchtbaarheid - Een onvruchtbare vrouw is aan God niet welgevallig, tenzij zij van nature onvruchtbaar is. In het vervolg moet iedere man zich niet meer dan één maagd of weduwe, die nog vruchtbaar is, tot vrouw nemen. Want als het Gods wil geweest zou zijn dat een man meer dan één vrouw zou hebben, dan zou Hij Adam ook zeker meer dan één vrouw gegeven hebben. Maar God wilde dat iedere man slechts één vrouw zou hebben en gaf daarom aan Adam ook maar één vrouw. Een man leeft echter niet meer volkomen volgens de goddelijke orde als hij de eerste wet van God niet houdt. bron: GJE2-103 - Van zes grote mannen in de Bijbel wordt de geboorte op een bijzondere wijze aangekondigd. Bij Isaak was SARA onvruchtbaar, bij Jozef van Jakob was RACHEL onvruchtbaar, bij Simson was de vrouw van MANOAH onvruchtbaar, bij Samuel was HANNA onvruchtbaar, bij Johannes de Doper was ELISABETH onvruchtbaar. Allen werden door toedoen van de Heer – hoewel het onmogelijk leek, BEVRUCHT door Zijn Geest. Van de ZEVENDE grote man uit de Bijbel – JOZEF – verscheen de Engel Gabriel aan MARIA en zij werd bevrucht door de HEILIGE GEEST van GOD ZELF.

Oogappel Gods - De beide jongemannen doen nu (na de zeer wijze woorden van de opgewekte jongen Josoë) wat verdeemoedigd een stapje terug en zeggen: waarlijk, zo'n grote zuivere goddelijke wijsheid zou geen engel bij deze jongen gezocht hebben. Jezus zegt daarop: ja, geliefden, Gods oog ziet heel scherp en ontdekt ook in de volmaaktste engel nog vlekken - en dat geldt ook voor een zuiver mensenhart, dat is als Gods oogappel. bron: GJE2-79

Oogje dichtknijpen - Jozef: ‘Voor de Heer is er niets aangena­mer, dan dat wij zelfs onze vijan­den liefdevol behandelen, en dat wij zorg dragen voor en bezorgd zijn om hun tijdelijk en hun eeu­wig heil! Behandelen wij dus welke zondaar ook als een dwalende broeder, dan zal God ons even­zeer behandelen als Zijn dwalen­de kinderen! Hen echter, die alsmaar Zijn straf over zich afroepen, zal Hij behandelen als kwaadaardige schepselen! Hij zal hen doen om­komen als eendagsvliegen !

Beoordeel met het ene oog de mens als mens en met het andere oog de mens als broe­der! Als een mens tegenover ons faalt, dan moeten wij ons broeder­oog geopend houden en ons men­senoog sluiten; maar als een broeder te­genover ons faalt, dan moeten we ons broederoog sluiten en ons mensenoog op onszelf richten. Op die manier zullen wij onszelf dan zien als falende mens tegenover een falende broeder. God beziet met Zijn ene oog Zijn schepselen, met het andere Zijn kinderen. Als wij elkaar bezien met ons broederoog, dan zal de Vader ons bezien met Zijn Vaderoog. Bezien wij elkaar met ons mensenoog, dan beziet God ons slechts met Zijn scheppersoog! En Zijn eveneens éne mond verkon­digt Zijn kinderen Zijn Liefde, dan wel Zijn schepselen Zijn Ge­rechtigheid! (bron: jeugd van Jezus, hfdst.62)

Ogen en oren - Ook de ogen zijn de wegen van de mens en zijn neus is zijn wijsheid. Zo is de mens uit diverse lichaamsdelen samenge­steld. Causea et Curae

Oordeel Gods over begane zonden - Voor het Goddelijk gericht geldt het aardse recht voor creminelen niet. Mensen kunnen niet anders, dan zich naar de positieve wetten te richten, omdat ze niet alwetend zijn; maar Die, die de harten en nieren proeft, en alle oorzaken en werkingen overziet, die schat de zonden naar hun ware gehalte, en dan ziet het er vreselijk uit met een zulk arme Adamskind, wanneer het niet in de verlossingssferen komt van de Bemiddelaar, en vergeving van zijn zonden gezocht en gevonden heeft. Ik ben nu hier om het gehele oordeel dat over deze aarde was uitgesproken, op Mij te nemen en alle mensen zullen door het oordeel dat Ik op Mij heb genomen, de volledige verlossing van de eeuwige dood vinden. Vervallen zij daarna echter weer in het kwade dan zullen zij het aan zichzelf te wijten hebben als de vloek en de hardheid van de wet hen zal doden! Want weet, de wet is er altijd, maar de genade komt slechts zo nu en dan de in het nauw zittende te hulp; als de genade echter niet wordt geëerbiedigd, moet men de wet weer voor lief nemen." GJE3-16 [12 en 14]

Oordeel wegnemen - Ik ben nu hier om het gehele oordeel dat over deze Aarde was uitgesproken, op Mij te nemen en alle mensen zullen door het oordeel dat Ik op Mij heb genomen, de volledige verlossing van de eeuwige dood vinden. Vervallen zij daarna echter weer in het kwade dan zullen zij het aan zichzelf te wijten hebben als de vloek en de hardheid van de wet hen zal doden! Want weet, de wet is er altijd, maar de genade komt slechts zo nu en dan de in het nauw zittenden te hulp; als de genade echter niet wordt geëerbiedigd, moet men de wet weer voor lief nemen." GJE3-16 [12,14]

Openbaringen, nieuwe - Miljoenen mensen hebben hun oordeel al klaar over de Heer, zelfs nu Hij al lang is teruggekomen op de wolken, zoals voorspeld. Want het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe  Openbaringen (als belangrijke aanvulling op de Bijbel en ook de ontsluiering van het Woord) te kunnen ontvangen van de Heer Zelf. Maar de Heer heeft immers Zelf al voorspeld, dat Zijn Woord gehouden zal worden eeuwig en altoos. (GJE 1-5-16) - God toont de ziel innerlijk door buitengewone Openbaringen door het Woord, de weg van Zijn orde. bron: GJE2-210

Opgravingen - waar een ruïneheuvel [tell] is, daar was vroeger ook vaak een stad.

Opvliegend - Een oplaaiende of opvliegende ziel moet tot een deemoedigende zelfkennis komen. bron: GJE2-196

Opvoeding - Een slechte opvoeding zal op den duur alle mogelijke kwalen zowel geestelijk als lichamelijk ten gevolge moeten hebben. bron: GJE1-120

Opwekking - Wij dienen de Heer in onszelf op te wekken, zoals Jezus zich ook richtte naar de wet van Mozes en ook de Godheid in Hemzelf moest opwekken. Ieder mens kan in zichzelf God aantrekken en op den duur één worden met de Godheid. De volledige eenwording van de volheid van de Godheid met Jezus heeft niet ineens, op slag, plaats gevonden, maar geleidelijk aan, zoals het geleidelijk ontwaken van de goddelijke geest in het hart van de mens. (Bron: Jeugd van Jezus- inleiding) - Onder het gebod doden op te wekken moet verstaan worden de geestelijke opwekking. bron: GJE1-135 Waarlijk, Ik zeg jullie: Ieder, die het leven van deze wereld zoekt, en het ook zonder moeite vindt, zal het eeuwige leven verliezen, en Ik zal hem niet op de jongste dag, terstond na het afleggen van het lichaam, opwekken, maar hem voor de eeuwige dood in de hel werpen.  Wie echter het wereldse leven niet alleen niet zoekt, maar het ook uit ware, zuivere liefde voor Mij, afwijst en niet de moeite waard vindt, die zal het eeuwige leven vinden (Matth. 10:39); want meteen na de dood van zijn lichaam zal Ik hem opwekken, hetgeen de jongste dag van het nieuwe leven in de geestenwereld is, en Ik zal hem binnenvoeren in Mijn eeuwige Rijk en zijn hoofd versieren met de kroon van de eeuwige onvergankelijke wijsheid en liefde, en Hij zal dan met Mij en al de engelen van de eeuwige eindeloze hemel eeuwig over de hele zichtbare geestenwereld heersen!' bron: GJE1-139

Orakel van Delphi - Wacht u het ongeluk - een Griek ging een reis maken naar Delphi en vroeg veel geld aan de Pythia, of hij gelukkig zou worden met de vrouw die hij wilde nemen. Het orakel van Delphi heeft mij de waarheid voorspeld en ik ben echt gelukkig met mijn vrouw, zegt de Griek tegen Jezus. Dan zegt Jezus tegen de Griek: Het orakel zou ook gelijk gehad hebben, als je ongelukkig geweest was met je vrouw. De Griek zegt, ik zie niet in hoe dat dan mogelijk zou zijn. Ik zeg, omdat je geestelijk blind bent. Kijk de zin luidt: Bij deze vrouw vindt u het ongeluk niet wacht u het ongeluk. Als je de zin in tweeën deelt na de ontkenning, dan heeft het orakel gelijk als je ongelukkig zou zijn; want dan zou de zin zonder dat er ook maar iets in de woordvolgorde veranderd is aldus luiden: bij uw vrouw vindt u het geluk niet, wacht u het ongeluk. Maar als je Mij niet wilt geloven, vraag het dan eens aan je buurman, die een jaar daarna voor net zo'n gelegenheid naar Delphi is gereisd, of zijn antwoord niet precies eender was als het jouwe. En hij is ongelukkig met zijn vrouw, omdat ze een grote slet is; maar het orakel heeft bij hem evenzeer gelijk als bij jou, en toch hecht je er veel waarde aan. Oordeel nu zelf wat beter is, de tempel in Jeruzalem of het orakel in Delphi. bron: GJE1-187

Orde op zaken stellen - Wees altijd en in alles zo ordelijk mogelijk. Als iemand ergens geld voor wil besteden, dan zal hij zeker het eerst daar op afgaan, waar de meeste orde heerst. Achteraf orde op zaken stellen is vaak tevergeefs. bron: GJE1-92-7

Orpa – schoonzuster van Ruth – na de dood van haar man blijft zij in Moab, terwijl haar schoonmoeder en schoonzuster naar Israel gaan – Orpa betekent ‘koppig’.

Othniël – richter uit Juda – betekent ‘mijn kracht is God’.  Hij verloste zijn volk van de Mesopotamische koning Kuschan-Rischataïm, die de dubbel schurachtige werd genoemd; na deze bevrijding was er 40 jaar vrede. Na zijn dood verviel het volk weer in de oude zonden en kwam er weer een onderdrukking en moest de Heer wederom een bevrijder sturen. Dit was Ehud, die Eglon, de koning van Moab doodde en daarna was er 80 jaar vrede.

Overmaat - Aan ieder mens is voor alle zaken een bepaalde maat gegeven, afhankelijk van zijn kracht, natuur en geaardheid. Als hij zich aan die maat houdt, bevindt hij zich in de juiste orde waarin God hem heeft gesteld, en alles wat hem omgeeft is voor hem 'hemel'. Maar wanneer hij, in wat dan ook, deze orde overschrijdt en een wereld op zijn zwakke schouders legt, dan zal deze hem vermorzelen en tot 'hel' worden! En zo is de juiste maat in alle dingen, zowel voor de mens als voor de geesten een 'hemel'; een overmaat van dezelf­de dingen is echter daarom voor mensen en geesten een pure 'hel'! bron: GJE2-185

Overvloed - Andere mensen zijn van nature meer overvloedig. Ze kunnen zich nauwelijks iets ontzeggen en worden daardoor soms ziek. Ze vloeien over van een vochtig flegma, omdat in hen een onjuist vocht overheerst. Dit schadelijk flegma klontert in hen samen hetgeen een slechte rook in hun borst en in hun hoofd verwekt. De vochtigheid van dit rokende flegma in de borst verwekt een koude vochtigheid in de maag en de vochtigheid van datzelfde flegma in de hersenen vermindert het gehoor in de oren, zodat er in de maag en in de oren iets is zoals een onnutige nevel, die aan goede kruiden en aan goede vruchten schade toebrengt. Ditzelfde flegma schaadt de longen niet, omdat de longen ook vochtig zijn, maar het schaadt wel de milt, omdat de milt vet is en vocht afstoot. Als de milt immers vochtig zou zijn, dan zou hij direct uiteenvloeien en vloeibaar worden.

[Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers en Simon Kat, Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe Openbaringen – Jakob Lorber – 1840]

 

UpToDate 2024-2025